Augmentatie-index

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

De augmentatie-index (Engels: augmentation index, AIx) is een maat voor de verhoging van de polsdruk als gevolg van terugkaatsingseffecten en is een voorspeller van hart- en vaatziekten.[1][2] Bij het stijver worden van de slagaderen zijn terugkaatsingseffecten steeds eerder in de polsgolf (bloeddrukgolf) waar te nemen. Augmentatie is het fenomeen dat de polsdruk door deze effecten verhoogd wordt. Een maat hiervoor is de augmentatie-index (AIx).

Berekening

Determination of the augmentation index from the central pressure wave form.

De augmentatiedruk is het verschil tussen de hoogte van de tweede piek (systolische bloeddruk) en de hoogte van de eerste piek in de polsgolf (inflectiepunt of schouderpunt[3][4]). De AIx is de augmentatiedruk (Augmentation Pressure, AP) gedeeld door de polsdruk (Pulse Pressure, PP) en wordt doorgaans uitgedrukt als percentage.[5]

A I x = 100 % A P P P {\displaystyle AIx=100\%\cdot {\dfrac {AP}{PP}}}

Om te corrigeren voor de invloed van de hartslag, wordt soms de AIx berekend zoals deze zou zijn bij 75 hartslagen per minuut (AIx@75).[6][7] In soepele vaten, zoals de aorta bij jonge mensen, is er nog geen sprake van augmentatie. De eerste piek is dan het hoogst en weerspiegelt de systolische bloeddruk. Berekening van de AIx is in dat geval niet zinvol.[8]

Meetmethoden

De AIx van de polsgolf in het begin van de aorta (centrale AIx) is het meest significant in verband met het risico op hart- en vaatziekten.[1][2] Om de centrale AIx te bepalen wordt meestal gebruikgemaakt van polsgolfanalyse (Pulse Wave Analysis, PWA).[9] Daarbij wordt vanuit een bloeddruksignaal uit de periferie (bovenarm, pols of vinger) teruggerekend hoe de polsgolfvorm is ter hoogte van het begin van de aorta. Ook kan men als surrogaat voor de golfvorm in de aorta de polsgolf ter hoogte van de halsslagader registreren.

Invloedsfactoren

  • Leeftijd
  • Lengte
  • Geslacht
  • Gemiddelde arteriële bloeddruk
  • Hartfrequentie (pols)
  • Polsgolfsnelheid
  • Systemische vaatziekten

Interpretatie

De centrale AIx wordt soms gebruikt als maat voor de vaatwandstijfheid. Omdat de AIx ook sterk wordt beïnvloed door andere factoren, wordt het als losstaande waarde niet aangeraden voor gebruik binnen het cardiovasculair risicomanagement.[10] Het kan in combinatie met de polsgolfsnelheid van de aorta extra informatie geven over de bijdrage van vaatwandstijfheid aan de terugkaatsingseffecten van de polsgolf. De AIx is met name interessant voor mechanistische analyses binnen de pathofysiologie en de farmacologie.[5]

Behandeling

Bepaalde medicatie verlaagd de centrale AIx meer dan andere. Diuretica laten weinig of geen effect zien. Klassieke bètablokkers hebben ook weinig of geen effect. Ze lijken in bepaalde gevallen zelfs de AIx te verhogen. (De AIx wordt vaak hoger bij een tragere hartslag.) Nieuwe generatie bètablokkers geven betere resultaten. Calciumkanaalblokkers en blokkers van het renine-angiotensine-aldosteron-systeem verlagen de centrale AIx het meest effectief.[11]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. a b Weber T, Auer J, O’Rourke MF et al. Increased arterial wave reflections predict severe cardiovascular events in patients undergoing percutaneous coronary interventions. Eur Heart J 2005; 26: 2657–63
  2. a b London GM, Blacher J, Pannier B, Guerin AP, Marchais SJ, Safar ME. Arterial wave reflections and survival in end-stage renal failure. Hypertension 2001; 38: 434–38
  3. Toelichting: Een inflectiepunt (inflection point) is een punt waar de tweede afgeleide van de polsgolf de nullijn doorkruist. Een schouderpunt (shoulder point) is een punt waar de tweede afgeleide van de polsgolf minimaal is (oftewel waar de vierde afgeleide de nullijn doorkruist). Of het inflectiepunt of het schouderpunt van de eerste piek wordt gebruikt voor de AIx-berekening maakt weinig verschil. Voor bepaling van de terugkeertijd van de polsgolf (Return Time, RT) kunnen deze punten wel significant verschillen en komen vaak beide niet overeen met de werkelijke terugkeertijd.
  4. Westerhof N, Westerhof BE. A review of methods to determine the functional arterial parameters stiffness and resistance.J Hypertens. 2013 Sep;31(9):1769-75
  5. a b Laurent S, Cockcroft J, Van Bortel L, Boutouyrie P, Giannattasio C, Hayoz D, et al. Expert consensus document on arterial stiffness: methodological issues and clinical applications. Eur Heart J 2006; 27:2588–2605
  6. Stoner L, Faulkner J, Lowe A, et al. Should the augmentation index be normalized to heart rate? J Atheroscler Thromb. 2014;21(1):11-6
  7. Crilly MA. Adjusting the aortic augmentation index for the resting heart rate. J Atheroscler Thromb. 2014;21(5):378-80
  8. Hughes AD, Park C, Davies J, Francis D, McG Thom SA, et al. (2013) Limitations of Augmentation Index in the Assessment of Wave Reflection in Normotensive Healthy Individuals. PLoS ONE 8(3): e59371
  9. Crillya M, Cochb C, Brucec M, et al. Indices of cardiovascular function derived from peripheral pulse wave analysis using radial applanation tonometry: a measurement repeatability study. Vascular Medicine 2007; 12: 189–197
  10. Mancia G, Fagard R, Narkiewicz K, Redon J, Zanchetti A, Bohm M, et al. 2013 ESH/ESC guidelines for the management of arterial hypertension: the Task Force for the Management of Arterial Hypertension of the European Society of Hypertension (ESH) and of the European Society of Cardiology (ESC) Eur Heart J. 2013;34:2159–2219
  11. Trudeau L. Central blood pressure as an index of antihypertensive control: determinants and potential value. Can J Cardiol. 2014 May;30(5 Suppl):S23-8