Charles van der Does

Charles van der Does
Volledige naam Carel van der Does
Geboren 6 maart 1817
Overleden 30 maart 1878
Land Vlag van Nederland Nederland
Nevenberoep hofpianist
Leerlingen Carel Wirtz
Belangrijkste werken opera’s
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Carel (Charles) van der Does (Amsterdam, 6 maart 1817 – Den Haag, 30 januari 1878) was een Nederlands pianist, componist en muziekpedagoog.

Hij werd geboren als zoon van pianomaker Corneille Charles Emanuel (Carel) van der Does (1769-1827) en Johanne Maria (Jeannette) Lamm, die pas later zouden trouwen.[1] Hij huwde Johanna Maria Jeekel. Zoon Floris Cornelis Hendrik werd in 1880 door de koning tot concertmeester benoemd.

Hij droeg de onderscheidingen Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau, de Leopoldsorde en was sinds 23 mei 1876 commandeur in de Orde van de Eikenkroon. Hij werd begraven op Oud Eik en Duinen waarbij Franz Botgorschek de afscheidsrede uitsprak.

Hij kreeg zijn muziekopleiding in Biebrich van Ferdinand Hummel. Hij werd na afronding daarvan directeur van het zangkoor Caecilia in Den Haag, het orkest Polyhymnia en gaf leiding aan de Maatschappij tot bevordering van de Toonkunst. In 1838 werd hij voorts docent aan het de Haagse Muziekschool, een functie die hij tot 1874 zou bekleden. In die hoedanigheid ontmoette hij in 1842 Franz Liszt tijdens een van diens concertreizen door Nederland. Tegelijkertijd was hij hofpianist en ook commissaris van Zijner Majesteits pensionaires[2] van koning Willem III der Nederlanden.

Zijn leerling Carel Wirtz volgde hem op als docent aan de muziekschool.

Hij schreef vooral komische opera’s/operettes met titels als

  • L’esclave du Camoëns (1846, omschreven als een klein operaatje)
  • Lambert Simnel (première 11 januari 1851, libretto Eugène Scribe, Anne Honoré Joseph Duveyrier),
  • La trompette de monsieur le prince (1852, libretto Anne Honoré Joseph Duveyrier)
  • La vendetta (1852)
  • Le vieux château (1852, libretto Eugène Scribe)
  • Le roi de Bohème (1853, libretto Henri de Saint Georges)
  • L’amant et le frère (1855, libretto Adolphe de Leuven)

Voorts componeerde hij een Ouverture in a mineur.

Cornelis Alijander Brandts Buys droeg zijn Deux morceaux caractéristiques pour piano aan hem op.

Bronnen, noten en/of referenties
  • Henri Viotta, Lexicon der toonkunst, 1881, pagina 440/441
  • Eduard A. Melchior, Woordenboek der toonkunst, pagina 162
  • J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 44
  • Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 163
  • Eduard Grégoir: Biographie des artieste-musiciens néerlandais des XVIII et XIX siecles (1864); pagina 188.
  • François-Joseph Fétis: Biographie universelle des musiciens et bibliographie générale de la musique (1867)
  • Hij werd voorts vermeld in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, de tekst was overgenomen uit Lexicon der toonkunst van Viotta
  • Het huis van Oranje
  • Necrologie in Caecilia, 8 februari 1878

  1. Geboorteakte
  2. De meeste “leerlingen” daaruit kregen hun opleiding aan het Koninklijk Conservatorium Brussel
Bibliografische informatie