Ectatomma ruidum
Ectatomma ruidum | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Ectatomma ruidum (Roger, 1860) Originele combinatie Ponera (Ectatomma) ruida | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
|
Ectatomma ruidum is een mierensoort uit de onderfamilie van de Ectatomminae.[1][2] De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1860 door Julius Roger.[3]
Ectatomma ruidum is een veel voorkomende soort in het Neotropisch gebied. De mieren leven in kleine ondergrondse kolonies met niet meer dan 250 werkmieren, en meestal een enkele koningin. Op plaatsen waar ze voorkomen liggen vaak veel nesten dicht bij elkaar. Soms dringen mieren een naburig nest van soortgenoten binnen en halen er voedsel uit dat ze naar hun eigen kolonie dragen, een gedrag dat "kleptobiose" wordt genoemd. De "voedseldieven" gebruiken een vorm van chemische mimicry om toegang te verkrijgen tot een andere kolonie.[4] Tevens lijken ze te profiteren van een verminderde waakzaamheid van de nestbewakers van de naburige kolonie. Mogelijke oorzaken van die verminderde waakzaamheid zijn dat er toch voldoende voedsel is, of dat er andere bedreigingen zijn die de aandacht trekken.[5]
- ↑ Vermelding van de soort op Antwiki (Geraadpleegd april 2013). Gearchiveerd op 15 augustus 2022.
- ↑ Vermelding van de soort op Antweb (Geraadpleegd april 2013)
- ↑ J. Roger. "Die Ponera-artigen Ameisen." Berliner Entomologischer Zeitung vol. 4 (1860), blz. 306
- ↑ Joseph M. Jeral, Michael D. Breed, Bruce E. Hibbard. "Thief ants have reduced quantities of cuticular compounds in a ponerine ant, Ectatomma ruidum." Physiological Entomology vol. 22 (1997), blz. 207-211. DOI:10.1111/j.1365-3032.1997.tb01160.x
- ↑ M.D. Breed, T. P. McGlynn, E.M. Stocker, A.N. Klein. "Thief workers and variation in nestmate recognition behavior in a ponerine ant, Ectatomma ruidum." Insectes Sociaux vol. 46 (1999) blz. 327-331. DOI:10.1007/s000400050153
13-04-2013