Gebogen rendiermos
Gebogen rendiermos | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Cladonia arbuscula (Wallr.) Flot. (1839) | |||||||||||||||
Gebogen rendiermos gebogen naar een kant | |||||||||||||||
open oksel | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Cladina arbuscula | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Gebogen rendiermos op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Het gebogen rendiermos (Cladonia arbuscula) is een korstmos uit de familie Cladoniaceae. Het groeit in droge sparrenbossen en op heidevelden.
Kenmerken
Uiterlijke kenmerken
Het thallus is tegen de ondergrond aangedrukt. De podetia (takjes) zijn witachtig tot grijs, 2-10 cm hoog en 0,7-2 mm dik. Podetia zijn hol, 2-4 krachtig vertakt en hun bruine uiteinden zijn lichtjes naar één kant gebogen. Het korstmos dankt hier zijn naam aan. Bij het aftakpunt zit een gaatje. Apothecia zijn zeer zeldzaam aanwezig op de takken. De schijven zijn bruin met een diameter van 0,5-0,8 mm. Bruine pycnidia verschijnen echter vaak aan de toppen van de takken.
Het heeft de volgende kenmerkende kleurreacties: C–, K–, KC+ (geel), Pd+ (roestrood, zelden geel), UV–.[1]
Microscopische kenmerken
In een ascus zitten acht kleurloze, eencellige ascosporen met afmetingen 7-13 × 2,5-5 μm.
Verspreiding
Het gebogen rendiermos komt voor in Europa en Noord-Amerika. Er zijn ook enkele waarnemingen bekend uit Zuid-Amerika, Azië en Australië.[2] In Nederland komt het vrij zeldzaam voor. Het staat op de Nederlandse Rode Lijst in de categorie kwetsbaar.
- BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen