Lapsi

Lapsi (Latijn = gevallenen, enkelvoud = lapsus, v. labi = letterlijk: uitglijden) is de algemene benaming bij de christenen voor diegenen die tijdens de christenvervolgingen in de eerste eeuwen – vooral tijdens die van keizer Decius (249–251) – van hun geloof waren afgevallen en deel hadden genomen aan een heidense offerdienst. De meeste lapsi waren onder de druk van de vervolgingen en strenge wetgeving slechts uiterlijk afvallig geworden.

In een recente visie zijn lapsi christenen die zijn ‘gevallen’ bij hun pogingen het martelaarschap (martyrium) te bereiken. De lapsus (e.v.) is dus niet iemand die ongehoorzaam is geweest aan een edict van de Romeinse keizer, maar iemand die er niet in is geslaagd om de eenwording met de goddelijke geest te verwerkelijken.[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Koppius, Adeline, Martyrium and Persecution. A study of the primary sources on martyrdom and persecution during the emperors Decius and Valerian. Martyrium en Persecutio. Een studie naar de primaire bronnen over martelaarschap en vervolging tijdens de keizers Decius en Valerianus 129-139. UvA Dare (14 mei 2024).